Bijleenregeling
Overwaarde en eigen woningreserve
Wanneer u een eigen woning verkoopt en een andere woning terug koopt, kunt u te maken krijgen met de bijleenregeling. Daardoor mag u mogelijk niet alle (hypotheek)rente aftrekken wanneer u een nieuwe woning koopt.
Bij verkoop van uw woning kan de opbrengst hoger zijn dan de eigenwoningschuld (het bedrag waarover u rente mag aftrekken) van deze woning. Dit verschil noemen wij de “overwaarde”. Verkoopt u voor de eerste keer uw eigen woning dan noemen wij de overwaarde “eigenwoningreserve”.
De eigenwoningschuld is het deel van uw hypotheek of lening waarover u de rente mag aftrekken. Vaak is de eigenwoningschuld gelijk aan het bedrag van de hypotheek of lening, maar het kan ook minder zijn. Onderstaand ziet u hoe u de eigenwoningschuld kunt berekenen:
- aankoopsom van de eigen woning +
- aankoopkosten (kosten koper) +
- meegefinancierde financieringskosten (voor het afsluiten van uw hypotheek (bemiddelingskosten, notariskosten, taxatiekosten, kosten NHG, bouwrente, kosten nieuwbouwdepot en verbouwingsdepot onder voorwaarden)) +
- hypotheek en/of lening voor onderhoud of verbouwing van uw woning +
- hypotheek en/of lening voor afkoop van de rechten van erfpacht, opstal of beklemming -/-
- de eigenwoningreserve en eventuele schenking(en) van de ouders.
Het totaal van deze berekening is uw eigenwoningschuld. U mag voor een lening tot maximaal dit bedrag de betaalde rente aftrekken. Heeft u meer geleend dan wat uit de berekening van de eigenwoningschuld komt, dan dient u het meerdere als schuld in box 3 (sparen en beleggen) aan te merken. U mag over dit deel van de lening de betaalde rente niet aftrekken.
Wanneer geldt de bijleenregeling?
De bijleenregeling geldt wanneer u uw woning verkoopt, en geld overhoudt nadat u de eigenwoningschuld hebt afgelost. Er is dan sprake van overwaarde. Verkoopt u met uw fiscale partner de gezamenlijke eigen woning en koopt u samen een andere woning? Dan moet u rekening houden met elkaars eigen woningreserve van de verkochte woning.